Consumptie groeit met ruim 1 procent in mei
Geplaatst op 07 juli 2023
De consumptiecijfers betreffen volumecijfers. Dat wil zeggen dat ze zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen. Daarnaast is ook voor veranderingen in de samenstelling van de koopdagen gecorrigeerd. Volgens de CBS Consumptieradar waren de omstandigheden voor de consumptie in juni ongunstiger dan in mei.
Consumenten hebben in mei 5,3 procent meer diensten afgenomen, zoals verzekeringen, openbaar vervoer en een bezoek aan restaurant, evenementen of kapper, dan in mei 2022. Bestedingen aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen door huishoudens uit.
In mei hebben consumenten 5,3 procent minder voedingsmiddelen, dranken en tabak gekocht. Ze hebben ook 4,5 procent minder duurzame goederen aangeschaft dan in mei 2022. Huishoudens hebben vooral minder kleding, spullen voor woninginrichting en elektrische apparaten gekocht. Ze hebben echter meer auto’s aangeschaft. Verder hebben huishoudens in mei 0,3 procent meer overige goederen, zoals energie, motorbrandstoffen en persoonlijke verzorging, gekocht. Ze hebben vooral meer getankt.
Ruim een week geleden meldde het CBS dat het verkoopvolume van de detailhandel in mei 5,8 procent kleiner was dan in mei 2022. Het volume van de non-foodsector lag 7,5 procent lager, terwijl dat van de foodsector met 4,2 procent kromp. Deze cijfers zijn ook gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.
Omstandigheden consumptie in juni ongunstiger
Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.
Volgens de consumptieradar waren de omstandigheden voor de consumptie in juni ongunstiger dan in mei. Dat komt doordat industriële ondernemers minder positief waren over de te verwachten ontwikkeling van de personeelssterkte, de stijging van de werkzame beroepsbevolking kleiner was dan in de voorgaande maand en de prijsdaling jaar op jaar van bestaande koopwoningen groter.
Meer nieuws