Stomen en koelen belangrijk in energietransitie freesia
Geplaatst op 17 mei 2022
In de teelt van freesia wordt momenteel 14 m3 gas per vierkante meter verbruikt voor de verwarming van de kas en de bodem, en 8 m3 voor het stomen van de grond. In het project 'Freesia: richtinggevende toekomstbeelden' zoekt de WUR naar manieren om dat verbruik te reduceren. Onderzoek in de Demokas 2030 toont aan dat het inderdaad mogelijk is om fossielvrij een kas te verwarmen, onder meer door warmte van de LED-verlichting.
Daarnaast zijn andere teeltsystemen een mogelijkheid, zoals het telen in potten, waterbakken of zandbedden. In deze gevallen is het koelen van de grond nog wel een opgave. Voor de productie van de bloemen heeft de knol namelijk gedurende een korte periode een bodemtemperatuur van circa 16°C nodig en koelen in de zomer kost veel energie. Dat vraagstuk valt samen met een andere opgave: minder fossiele brandstoffen gebruiken tijdens het stomen.
De WUR onderzoekt welke toekomstige teeltsystemen daarvoor een goede oplossing zijn. Doel daarbij is dat geteeld wordt zonder gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en fossiele brandstoffen, dat er geen emissie is van nutrienten naar het milieu en dat de productie hoog én kwalitatief goed is. De teelt in potten lijkt een goede optie. In dat geval worden de knollen gepoot in een minimale hoeveelheid substraat (bijvoorbeeld 20 liter per vierkante meter). Dat gebeurt in een oppotruimte. Daarna gaan de planten naar een bewortelingsruimte en vervolgens naar de teeltruimtes. Zo nodig wordt het substraat na een teelt gestoomd: dit kost minder dan 25% dan het huidige gebruik van gas tijdens het stomen. De WUR onderzoekt voor deze alternatieve teeltmethode verschillende teeltstrategieën, zoals traditioneel of een korte, snelle teelt met eenmalige oogst van de hoofdstengel.
In het project 'Freesia: richtinggevende toekomstbeelden' onderzoekt de WUR een teelt zonder gebruik van fossiele brandstoffen en chemische gewasbeschermingsmiddelen en met een nul-emissie van nutriënten. Het project wordt gefinancierd door het ministerie van LNV via het programma Kas als Energiebron.
Meer nieuws